Over de invloed van het materiaal en ontwerp van contactlenzen, met inbegrip van zachte en harde lenzen in voorvermelde gebieden, is er al heel wat controverse geweest over hun verband met of etiologische invloed op CLD. Daarnaast is ook al heel wat aandacht besteed aan de rol van contactlensvloeistoffen, lensonderhoudpraktijken en verschillen in de draagtijden, en welke invloed die hebben op CLD.
Het grootste deel van de hedendaagse markt wordt ingenomen door zachte contactlenzen (~90%). Harde contactlenzen nemen de rest van het marktsegment in. Van alle zachte lenzen die gebruikt worden, hebben siliconen-hydrogellenzen nu het grootste marktaandeel in de meeste grote markten wereldwijd. Door de jaren heen speelde de vraag welke rol het materiaal en ontwerp van de lenzen spelen bij CLD. Deze kwestie werd begin jaren 70 voor het eerst genoemd in peer-reviewed literatuur voor harde lenzen en in de jaren 80 voor zachte lenzen. Sindsdien hebben beroepsbeoefenaars en wetenschappers de invloed van de chemische samenstelling van polymeren en verschillende andere meetbare en kwantificeerbare materiaalaspecten in vraag gesteld. De eigenschappen die onder meer in overweging werden genomen, waren die van de bulk (bv. watergehalte, uitdroging, ioniciteit, zuurstofdoorlaatbaarheid, modulus en mechanische factoren) en het oppervlak (bv. frictie, bevochtigbaarheid, oppervlaktemodificatie) van contactlensmateriaal. Tot nu toe blijkt bijna geen enkele van deze aspecten, behalve misschien frictie op basis van vroeg bewijs, rechtstreeks verband te houden met CLD. Conclusies trekken uit onderzoeken die deze factoren evalueren kan echter moeilijkheden opleveren, omdat ze vaak niet eenduidig zijn door verschillen in opzet, onvoldoende striktheid, gebrek aan consistente definities (bv. van discomfort) en een onvermogen om de opzet constant te houden bij het testen van de invloed van een materiaal of het aspect daarvan. Tot slot is ook bekend dat de chemische samenstelling van contactlenzen invloed heeft op de afzetting van deeltjes uit de traanfilm (voornamelijk eiwitten en lipiden), maar de rol van afzettingen is doorgaans dubieus, mogelijk ook hier door moeilijkheden en inconsistenties bij de meting en kwantificering van afzetting.
Contactlenzen bestaan in verschillende ontwerpen, en er zijn opvattingen dat het ontwerp van een lens invloed heeft op het comfort op het oog tijdens het dragen. Vast staat dat het ontwerp van contactlenzen invloed heeft op de mate waarin ze passen op het oogoppervlak, en dit heeft gevolgen voor de globale prestaties. Van zachte contactlenzen is bijvoorbeeld bekend dat matige beweging op het oog (met traanuitwisseling) en overlapping van het hoornvlies een belangrijke rol spelen, maar welk verband er is met CLD is niet helemaal duidelijk. Zo is ook bij harde lenzen bekend dat de invloed van de interactie tussen de oogleden en de lensrand belangrijk is voor het comfort van de patiƫnt, maar ook hier is niet helemaal duidelijk welk verband deze relatie globaal heeft met CLD. Er bestaat echter nog minder consensus wanneer het gaat over de invloed van verscheidene aspecten van het lensontwerp op CLD. Dit gezegd zijnde, lijken de omvang, vorm en contouren van lensranden enkele van de meest belangrijke determinanten te zijn voor het comfort van contactlenzen bij zowel zachte als harde contactlenzen.
Tot slot is het ook voor contactlensvloeistoffen, lensverzorging en draagtijden zeker van belang te begrijpen welke rol ze spelen in CLD. Tot dusver is in de peer-reviewed literatuur geen duidelijke indicatie terug te vinden van specifieke formuleringen of bestanddelen die in verband zouden staan met een toename van het discomfort of een verbetering van het comfort bij contactlenzen. De meeste beroepsbeoefenaars zijn het er evenwel over eens dat regelmatige lensverzorging door de lensdragers, bestaande uit schoonwrijven, spoelen en correct bewaren (desinfecteren en reinigen), van belang is voor succesvol lensgebruik. Verder zijn de meesten het erover eens dat het verhogen van de frequentie waarmee zachte lenzen worden vervangen, ideaal is voor de ooggezondheid en mogelijk ook voor hoger comfort, maar bepalen met welke regelmaat de lenzen idealiter worden vervangen is evenwel moeilijk. Naar ons weten werden er geen grootschalige, degelijk gecontroleerde onderzoeken met moderne instrumenten gedaan om meer inzicht te verwerven in deze kwestie.